afgekeurd

   ‘ afgekeurd… ik vind het een rotwoord. alsof je niet goed genoeg bent om mee te doen.’

Na een aantal jaren uit de running te zijn geweest door depressies, PTSS en stemmingswisselingen ben ik een aantal jaar geleden afgekeurd.

Afgekeurd… ik vind het een rotwoord.

Alsof je niet goed genoeg meer bent om mee te doen. Niet meer hoeven werken. Dat klinkt misschien voor sommige mensen als een vrijheid.

Voor mij voelt het als niet meer capabel zijn om datgene uit te voeren wat ik graag zou willen.

Niet meer mee kunnen doen in deze maatschappij. Geen duidelijke daginvulling hebben. Geen collega’s om mee te lachen en mee te sparren.

Niet ‘s ochtends in de auto stappen op weg naar een dag vol nieuwe gebeurtenissen en jezelf nuttig kunnen maken.

Om datgene te doen waar ik voor gestudeerd heb, Maatschappelijk Werk en Dienstverlening. Hulp te kunnen verlenen. 


Een tijd lang zat ik zelf aan de andere kant van de tafel en kreeg therapieën. Hier heb ik me al lang bij neergelegd. Wat eerst nog voelde als falen is nu de gewoonste gang van zaken.


Aan de andere kant is afgekeurd zijn ook de hele dag met mijn lieve hond Pien samen kunnen zijn. Veel naar buiten kunnen gaan en de wind op mijn wangen voelen. Mijn camera pakken en er op uit gaan om te fotograferen. Geen haast hebben, tijd voor  een praatje met mensen die ik tegenkom, een glimlach voor een vreemde, een knuffel voor een kind en een aai voor een hond.

Mits ik me goed genoeg voel, er zijn ook dagen dat ik niet zomaar makkelijk mijn auto in stap om op pad te gaan of een glimlach op mijn gezicht heb. 

Simpelweg omdat ik dan ‘overleef’ en geen ruimte heb voor andere dingen dan de dagelijkse bezigheden. 

Ik weet het, voor iemand die werkt, een gezin heeft en actief is, kan dit raar klinken. En toch is dit wat het is. 

Op slechte dagen is het al een hele uitdaging om op te staan en aan een dag te beginnen. Alles voelt als te veel en zwaar en mijn hoofd knalt zowat uit elkaar van de negatieve gedachten.

Gelukkig heb ik mijn lieve hond die me ‘s ochtends wakker kust en vaak een glimlach op mijn gezicht tovert. 

Voor haar moet ik eruit, ze moet uit en ze moet eten. En vaak na het eerste rondje wandelen met haar voel ik me stukken beter. Ik zou het iedereen met depressieve klachten aanraden een hond te ​nemen, je hebt altijd een maatje, bent niet alleen, ze zijn zo lief en loyaal en voelen je feilloos aan. Daarnaast móet je naar buiten en onder de mensen komen.

Besef wel dat een hond ook een grote verantwoordelijkheid is, ze 

hebben veel zorg en aandacht nodig. Onderzoek van tevoren goed of je een hond kan verzorgen en de aandacht kan geven die hij of zij verdient en de bijkomende kosten kan dragen.


Soms helpt een wandeling niet, dan zakt de moed me in de schoenen en is alles zwaar en te veel.

Hoe doe je dat dan op zo’n dag?

Nou, vooral niet passief worden. Ik voer dan een strijd met mezelf. Want ik heb nergens zin in, maar weet dat niks doen het alleen maar erger maakt.

Dus actief blijven is helpend, wèl gaan hardlopen of sporten, wèl de was doen en opruimen thuis. Wèl die extra wandeling maken en naar buiten gaan.

En dan zakken de negatieve gevoelens vaak wel. Soms ook niet, en dan is alles ruk, saai en stom. Op een dag zoals vandaag, niks helpt en het zware gevoel blijft. Dan wil ik het liefste slapen, slapen tot ik me beter en lichter in mijn hoofd voel. 

En dan kan het zomaar de volgende dag weer beter zijn.


Zo zie je dat je niet aan iemand kan zien wat er in diegene om gaat.

Oordeel daarom niet, want je weet nooit wat er schuilgaat achter een glimlach. 


Kun jij werken als je psychische klachten hebt?     

Laat het me weten op anna@ikbenopen.nu


Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *