schema therapie

‘ Nee, ik wil niemand verdriet doen en ik moet zorgen voor iedereen.’

Groepstherapie, dat ga ik echt niet doen. Wat zullen ze wel niet van mij denken. Dit was het eerste wat in mij opkwam toen de psychiatrisch verpleegkundige aangaf dat het misschien een goed idee was om aan te sluiten bij de kraamgroep, oftewel pas bevallen vrouwen met psychische problemen. Vier weken één dagdeel per week naar therapie. Eerst een “praat” en informatief gedeelte om vervolgens naar de gymzaal te gaan en te sporten. Na vier weken veel gehuild, gelachen en gekletst te hebben voelde ik mij echter niet beter. Voor mijn gevoel werd er erg goed geluisterd en werden er vele goedbedoelde adviezen gegeven maar niemand die zei “Marlie, doe eens even normaal, dit is nergens voor nodig.”


Inmiddels was het zomervakantie en ging ik op de automatische piloot verder. Alles wat ik deed ging goed, alleen ik voelde mijzelf niet goed. Tijdens de vakantie ben ik aangemeld voor schematherapie, en hij startte drie weken later al. 18 weken keihard werken. Twee dagdelen in de week therapie, en daarnaast thuis de huiswerkopdrachten nog uitwerken. Het voelde voor mij als fulltime werken plus vele overuren. Therapie genoten tussen de 18 en 65 jaar. Wat voelde ik mijzelf klein. De eerste weken waren voor de kennismaking. Ontdekken wat mijn schema’s en modi zijn.


Tijdens schematherapie ga je kijken naar jouw verschillende schema’s. Als een bepaald schema getriggerd wordt, ga je naar een bepaalde gemoedstoestand, ook wel modus genoemd. Bij een modus horen bepaalde emoties en gedragingen.


Aan de hand van grote vragenlijsten en de intake met de psycholoog heb ik mijn schema’s gekozen waar ik mee aan het werk wil. Wat vond ik de termen vreselijk: meedogenloze normen, zelfopoffering en mislukking. De termen van de modi waren helaas ook niet heel vrolijk: willoze inschikkelijke, onthechte zelfsusser en veeleisende ouder. De beschrijvingen bij deze termen waren helaas wel herkenbaar.

Tijdens deze therapie werkten de therapeuten met verschillende technieken om voor verandering te zorgen. Een belangrijk onderdeel is de onderlinge band met de therapiegenoten. Wat voelde ik mijzelf een klein meisje. Meerdere therapiegenoten hadden mijn ouders kunnen zijn qua leeftijd. Waarom zat ik hier dan? Ik moet mijzelf gewoon niet zo aanstellen, ik heb geen noemenswaardige problemen! Maar toch, naarmate de weken verstreken, werd de groep hechter en ging ik steeds meer leren van mijn therapiegenoten. Zo lieten ze mij vaak inzien dat de lat echt niet bij heel de wereld zo hoog ligt, maar dat ik de lat absurd hoog heb liggen voor mijzelf, oftewel de meedogenloze normen.

Door de vele intensieve en diepgaande gesprekken kon ik mijn therapiegenoten heel goed lezen. Ik heb immers niet zo veel moeite met het zorgen voor een ander en het is toch fijn om iemand te kunnen helpen. Wat ik minder fijn vond is dat ze ook zagen hoe het met mij ging. Zo wisten ze bijvoorbeeld al vrij snel als Marlie zweet, dan is ze veel te druk bezig of als Marlie een broek aan heeft, heeft ze een slechte dag.  Wegduiken achter een masker ging steeds moeilijker.

Hoe druk ik ook bezig was met mijn therapie, het ging niet beter, het ging zelfs slechter. Volgens de psychologen was dit logisch gezien je nu heel bewust bezig was met de veranderingen van je schema’s en modi waardoor je een hele dag door zag waar de valkuilen waren. Tijdens deze periode was mijn vader ook steeds verder achteruit aan het gaan met zijn gezondheid en wist ik dat hij niet lang meer onder ons was.

Een zwarte periode waarin de gedachte helaas wel eens kwam: “Zou het niet veel makkelijker zijn voor iedereen als ik er niet meer was?” Een gedachte die aanwezig was, maar waar altijd een gedachten tegenover stond: “Nee, ik wil niemand verdriet doen en ik moet zorgen voor iedereen.” Gesprekken over zelfmoord zijn geen gesprekken die je makkelijk voert. Je zegt niet uit het niets tegen iemand dat je over de dood nadenkt. (Mocht jij over zelfmoord nadenken, dan kun je bellen of chatten met iemand van 113 zelfmoordpreventie.) 


Gelukkig (of helaas) kwamen deze gesprekken ook aan bod tijdens de therapie. Er omheen draaien of liegen had geen zin, want dit zagen de therapeuten en therapiegenoten gelijk. Het gesprek erover voeren was dus de enige optie. Dit voelde ook erg fijn ook al waren het pittige gesprekken.


Ook mijn vriendinnen zagen dat het niet goed ging. Na een weekend weg samen hadden ze het er zelfs onderling over om contact te zoeken met mijn therapeuten maar gelukkig was het diepste dal bereikt en kon ik stapje voor stapje weer omhoog gaan.


In mijn volgende column wil ik jullie meenemen naar de laatste periode van mijn schematherapie en de periode hierna.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *